Veendammermug

Toen ik nog met mijn ouders aan het bos woonde, inmiddels alweer jaren geleden, genoot ik van de vogels in de tuin, de kikkers in de vijver, onze kat die in bomen klom en er vervolgens niet meer uit durfde. Er was één nadeel. Ik kon niet ontkomen aan mijn aartsvijand de steekmug.

Onze vijver was een eh… kweekvijver voor allerlei insecten. Begrijp me goed, ik zie die categorie als enorm nuttig. Maar ik heb ze liever niet in huis. Geen mieren, torren, muggen, vliegen, dazen, wespen, bijen en al dat grut. In het zomerseizoen vlogen er regelmatig muggen door mijn kamer. Die hadden het voorzien op mijn bloed, wat ik nog niet eens het ergste vond. Prik mij helemaal lek, maar hou alsjeblieft je bek. Dat is natuurlijk een zogenaamd grappig bedoeld rijmpje en ik snap dat het irritante geluid dat de steekmug maakt niet uit zijn bek komt, maar goed. Ik deed in elk geval geen oog meer dicht en was soms uren bezig om de laatste mug naar een andere wereld te helpen. Ik werd steeds behendiger in het doden van vliegen en muggen, maar dat was ook wel nodig want ze bleven maar komen.

Foto door JComp (Freepik)

Tijdens een vakantie in Portugal werd ik weer uitgedaagd door die krengen. Na nachtelijke uren met een opgerold tijdschrift door de kamer te hebben gelopen verzuchtte ik tegen mijn kameraad: “Ik trek dit niet langer!” Die kreet halen we soms nog even naar boven als we melig zijn. Achteraf kun je er om lachen, maar op zo’n moment baal je als een stekker dat je nachtenlang slecht slaapt op een vakantie waar je lang naar uitgekeken hebt.

Een tijdje terug hadden we hier een invasie van vliegen. Van die grote, met een glimmende kop. De soort die vooral op kadavers af komen. Terwijl ik die krengen om zeep bracht, kwam er weer een vers leger aanvliegen. Wat mij zelfs, als pacifist, het gevoel gaf dat ik me met hand en tand moest verdedigen door terug te vechten. Er bleek een aantal dooie soortgenoten in onze afzuigkap te zitten. Uiteindelijk was het probleem verholpen toen we de afzuigkap hadden schoongemaakt.

Vannacht vloog er een ‘neefje’ (of is het een ‘nichtje’) door onze slaapkamer. Ik deed het licht aan en wekte daardoor mijn vrouw. Ik kon zo snel niets zien vliegen en besloot maar om weer te gaan liggen. Maar al snel hoorde ik dat vervelende gejengel weer bij mijn oor en besloot ik om naar beneden te gaan. Ik heb een paar uur in de woonkamer zitten lezen en ging halverwege de nacht weer naar bed. Ik denk dat het amper vijf minuten duurde of er zat weer eentje bij mijn hoofd te zoemen…

Vanmorgen las ik met een slaperige kop onderstaand krantenartikel. Die me niet echt geruststelde. Hopelijk valt het mee.

Een gedachte over “Veendammermug

  1. Hier heb ik er gelukkig minder last van , geen water in de tuin scheelt al , maar ook horrengaas wil wel helpen. Het zijn nuttige beestjes maar inderdaad, bij voorkeur buiten en zeker niet in de slaapkamer.

Reacties zijn gesloten.