Bob bestaat alweer 15 jaar! Wie, hoor ik u denken, welke Bob? De Bob die even geen alcohol drinkt om zijn of haar vrienden naar huis te kunnen rijden. Het is in die 15 jaar een begrip geworden. “Wie is de Bob?” Voor sommigen voelt het als een opoffering, zelf vind ik het nooit zo erg om de alcohol te laten staan. Ik ben dus al vaak de Bob geweest. In mijn uitgaansperiode was ik meestal degene die achter het stuur zat en ’s ochtends weer lekker fris uit bed stapte.
Ondanks dat ik zo af en toe wel eens een wijntje drink, geef ik niet veel om drank. Nooit gedaan ook. In mijn puberteit begreep ik niks van leeftijdsgenoten die zichzelf volgoten met bier en barcardi-cola. Bier vond ik sowieso erg smerig en ik had het gevoel dat mensen dat vooral dronken om stoer te willen zijn. Als ik in de trein op weg naar school de weekendverhalen van collega-pubers aanhoorde, werd ik er misselijk van. Ze hadden de heleboel onder gekotst en de ganse zondag op bed gelegen. Stoer! Maar niet heus.
Om toch eens te ervaren hoe het was om dronken te zijn, heb ik mij één keer volgegoten. Het was een grappige ervaring, totdat ik op bed ging liggen. Mijn maag begon te draaien en alle drank vloeide er in een snelle vaart weer uit. Het is ook een beetje sneu, voor het eerst dronken zijn op je 33e.
Een jongen die altijd heel erg verlegen was bij de dames, riep de meest obscene dingen naar ze als hij in beschonken toestand was. Een andere kennis keek me leip aan en vertelde me dingen die ik liever niet had gehoord. Nee, drank en ik, het is nooit helemaal goed gekomen.
De Bob-campagne is wel blijven hangen. Een positieve boodschap, eentje van het motto ‘Samen lossen we het wel op’. Dat werkt beter dan keihard verbieden. Vanavond schenk ik een wijntje in. Vanaf morgen ben ik weer de Bob.
Ik heb het ook niet zo op drank, en ook niet zo op uitgaan, behalve dan het theater, dat vind ik prachtig. En daar neem ik altijd koffie.