Mopperend trekt hij de conclusie: de mensen gaan de straat niet meer op. Het is één en al individualisme. Niemand lijkt zich meer te bekommeren om een ander. De man voelt zichzelf een echte ouderwetse vertegenwoordiger van het volk. Hij komt op voor de gewone man en heeft schijt aan geldverslindende kapitalisten.
Vroeger werd er nog wel eens een demonstratie gehouden. Dan gingen we de straat op, zegt hij. Toen leken mensen zich nog bezig te houden met ‘grote zaken’. Nu is het allemaal oppervlakkig. Al die huiselijke verhaaltjes op Facebook. Is dat waar mensen zich nu mee bezig houden?
De tijden zijn veranderd. Ik heb als kind ook eens met mijn ouders meegelopen met een kernwapen-demonstratie. In die periode, begin jaren tachtig, werd er veel gedemonstreerd en je zou kunnen zeggen dat het toen ook een beetje een hype was. Want de wereld is er niet eerlijker en rechtvaardiger op geworden in de tussentijd. Toch wordt er een stuk minder gedemonstreerd.
Laten zien dat je betrokken bent bij maatschappelijke ontwikkelingen wordt als normaal gezien. Je moet toch overal een beetje over kunnen meepraten. Als je ergens geen mening over hebt, dan wordt je meewaring aangekeken. Er wordt bijna van je verwacht dat je over de meeste dingen wel een mening hebt.
Maar er is gewoon teveel. Teveel media, teveel onderwerpen, teveel mensen waarover je een mening zou kunnen hebben.
Ik betrap me erop dat er, bij het ouder worden, steeds meer dingen bij komen waar ik dus geen mening over heb. Niet omdat het me niet interesseert, maar omdat dingen te complex zijn of te diffuus. Dit weekend had ik het met vrienden over de wet die er zou komen om het mogelijk te maken dat mensen vroegtijdig uit het leven stappen. Ik breidde al snel een eind aan het gesprek, want dit is zo’n lastig onderwerp waarover je eigenlijk niet kunt oordelen als je er nog nooit mee te maken hebt gehad. Zelfde met zaken als abortus. Het is lekker gemakkelijk om met je mening klaar te staan terwijl je het sowieso als man al niet kunt vatten hoe het is om een kind bij je te dragen. Geen mening hebben is niet hetzelfde als niet nadenken. Sterker nog, als je vaak even langer over iets nadenkt kom je tot de conclusie dat het niet zo eenvoudig is om er over te oordelen.
Het idee dat we allemaal onze blik moeten verbreden wijs ik af. Het is geen schande om af en toe je schouders op te halen over zaken in onze onoverzichtelijke, drukke wereld.